De avond voordat haar oma overleed kreeg Chantal een ketting van haar, gepaard met een vreemde waarschuwing… In haar gekste fantasie had zij nooit kunnen dromen waar de ketting met bloedrode kralen haar naar toe zou leiden.
Ezra had al twee jaar gezocht naar de jonge vrouw die zijn planeet zou verlossen van oppressie. De goden hadden hem een hopeloze taak gegeven. Totdat zijn poes uit huis vloog en veroorzaakte dat een vrouw van haar fiets viel. Eindelijk had hij haar gevonden, maar hoe moest hij haar zo ver krijgen om met hem mee te gaan naar Shang’du?
Nadat haar beste vriendin en haar verloofde haar besodemieterden, had Chantal weinig interesse om een relatie aan te gaan met een andere man. Totdat een mysterieuze vreemdeling haar opraapte van de straat…
Het sneeuwde nog steeds. Fietsen was niet te gemakkelijk. Ze stopte even om haar handschoenen aan te trekken en ging toen weer verder. Gelukkig was er haast geen verkeer op de weg, alleen wat voetgangers en nog wat andere brave fietsrijders.
Niet al te ver bij huis vandaan moest ze plotseling remmen voor een grote witte poes die voor haar fiets heen vloog. Het veroorzaakte dat haar banden slipten en ze viel.
Beduusd lag ze even op de koude sneeuw en wilde net overeind krabbelen toen sterke handen haar optilde en haar op haar voeten zette.
‘Ben je okay? Heb je je eigen zeer gedaan?’ vroeg een diepe mannenstem.
‘Dank je. Alles zit er nog op en er aan.’
De man raapte haar fiets op. ‘Het is gevaarlijk om in dit spul te fietsen.’
‘Ik ben er aan gewend, maar een poes rende voor m’n fiets en ik moest remmen.’
‘Dat was Moppie, mijn poes.’
‘Doordat de poes wit is zag ik het diertje te laat. Zal ik je helpen zoeken? Het is te koud voor zo’n beestje.’ Chantal bekeek de man. Ze moest ver naar boven kijken want hij torende over haar heen. Hij zag er uit als een jaar of dertig, en had een aardig gezicht. Tenminste, wat ze van hem kon zien door de dikke sneeuw. Opeens gloeide de ketting tegen haar hals en borst. Onwillekeurig vloog haar hand er naar toe. Waarom had ze zo’n vreemde reactie van de ketting? Allergisch?
‘Dank je well, maar ze zal zo wel terugkomen. Moet je nog ver? Zal ik even met je meelopen?’
Zomaar met een stikvreemde man aan de wandel gaan? ‘Ik woon om de hoek, maar bedankt voor het aanbod.’
Hij stak zijn hand uit. ‘Ik heet Ezra. Ik heb je nog nooit gezien in de buurt.’
‘Ik ben Chantal en ik ben jou ook nooit tegengekomen. Woon je al lang hier?’
‘Ongeveer twee jaar. Ik zoek iemand in de stad Utrecht of omgeving en heb nog geen geluk gehad.’
Chantal trok haar wenkbrauwen op. ‘Er is altijd het internet, en als dat niet lukt, het stadhuis.’
‘Ja, ik loop niet achter. Jammer genoeg heb ik niet voldoende gegevens over haar. Geen naam, leeftijd, mogelijk adres, helemaal niets behalve dat ze in of rond Utrecht moet wonen.’
‘Ik zou m’n hulp aanbieden, maar als je zelf niet weet naar wie je zoekt dan heeft dat weinig nut. Alhoewel ik hier al een poosje woon, ken ik de buren niet zo goed. Alleen maar om te begroeten. Ik wens je veel geluk met je speurtocht. Goeienacht.’
Chantal greep het stuurwiel van haar fiets en begon naar huis te lopen. Achter haar hoorde ze de poes miauwen dus die was weer veilig bij haar of zijn eigenaar. ‘Wat raar. Hoe kan je nou naar iemand zoeken als je niet weet naar wie je zoekt? Geen naam? Vreemd hoor,’ mompelde ze zachtjes terwijl ze haar fiets op slot zette en toen naar binnen ging.